Het Westkwartier


Tijdens de zestiende eeuw vormden de Nederlanden, de zogenaamde Zeventien Provinciën, een belangrijke hoeksteen van het Habsburgse Rijk. Beide delen, zowel de Noordelijke als de Zuidelijke Nederlanden, maar hoofdzakelijk deze laatste, vormden een dicht bevolkt en welvarend gebied waarmee Karel V een speciale band had. Hij was er geboren en bracht er zijn jeugd door. Leo Belgicus: Een der meest decoratieve werken van oude kaartproducties is de kaartenserie van de 17 provinciën in de vorm van een leeuw.

De verschillende versies hiervan zijn uitzonderlijk zeldzaam geworden. Het afgebeelde exemplaar van Van den Keere ( Petrus Kaerius ) is een van de meest decoratieve. De “Leo Belgicus” kaarten zijn wellicht de beroemdste exemplaren van cartografie ten dienste van de nationale trots. De populariteit van deze kaart groeide evenredig met de commerciële macht van de Lage Landen. De leeuw werd reeds lang afgebeeld in de nationale iconografie van “Nederland” en “België”. Zo komt de leeuw ook voor op de meeste wapenschilden van de 17 provinciën.

  Leo Belgicus:
  Jodocus Hondius
  ( 1611 )
Leo Belgicus:
    Petrus Kaerius
    ( 1617 )
Leo Belgicus:
  Famiani Strada
  ( 1632 )
Leo Hollandicus:
   Claes Jansz. Visscher
   ( 1648 )

De Zeventien Provinciën vormden geen eenheidsstaat, daar de meeste gewesten hun eigen vorstenhuis gekend hadden, met hun eigen traditie en wetgeving. De kunstmatige eenmaking werd vooral door de Hertogen van Bourgondië bewerkstelligd. Door een weldoordachte huwelijkspolitiek, allerhande intriges en de noodzakelijke oorlogsvoering kwam een geheel tot stand die Karel V tijdens zijn regering kon afronden. Hij bracht het zover dat alle gewesten één vorst als gemeenschappelijke opvolger, zijn zoon Filips II, wilden aanvaarden. In de Zuidelijke Nederlanden was het graafschap Vlaanderen het grootste, rijkste en dus ook machtigste deel. Het strekte zich uit van de Schelde tot de Aa in Noord-Frankrijk. Door zijn uitgestrektheid werd het reeds heel vroeg door de graven van Vlaanderen als “moeilijk bestuurbaar” ervaren.

Om het rendement van hun “villa’s” (domeinen) zo hoog mogelijk te drijven stelden ze per streek een plaatsvervanger aan. Dit werd de “châtelain” van de “châtellenie” ttz. de heer van de kasselrij. Hij had bestuurlijke en soms rechterlijke macht. De zuidwestelijke hoek van Vlaanderen bestond uit een uitgestrekte kasselrij St.-Omaars. Ook die werd door de uitgestrektheid als onbestuurbaar ervaren, en opnieuw onderverdeeld in verschillende ambachten: Belle-ambacht, Cassel-ambacht, Bergen-ambacht, Broekburg-ambacht, en Veurne-ambacht. Naast St.-Omaars lag de kasselrij Ieper. Het Westkwartier in de 16e eeuw naar een kaart van cartograaf Hondius:

Jodocus Hondius, een van de meest opmerkelijke graveurs van zijn tijd, is bekend voor zijn werk in samenwerking met een groot aantal van de prominente cartografen en uitgevers op het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw.

Op 15 oktober 1563 werd hij geboren in het West-Vlaamse Wakken en bracht zijn jeugd door in Gent. Hij was aanvankelijk graveur, calligraaf en stempelsnijder. In 1584 vluchtte hij naar Londen om aan de Spaanse Inquisitie te ontsnappen. In 1593 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij bleef wonen tot aan zijn dood op 48-jarige leeftijd. Het huis waar hij woonde, kreeg de naam ‘In de Wackere Hondt’, verwijzend naar zijn geboorteplaats en zijn familienaam.